‘Pap,…’ Zo beginnen sinds twee jaar de meeste van mijn schrijfopdrachten. Dochterlief heeft door dat vaders misschien vele gebreken heeft, maar in schrijven toch enige vaardigheid aan de dag legt. Mijn zoon van 14 heeft mij inmiddels ook ontdekt, dus ik hoop dat ik het komende jaar nog aan werken toekom. Omdat ik in de kern een leraar ben (als er in 1996 een baan voor me geweest was, was ik nu ergens leraar Nederlands en geen marketing directeur/ondernemer) moet mijn dochter steeds meer zelf schrijven. Schrijven is eenvoudig. Om haar een goed startpunt te geven stel ik haar telkens de onderstaande drie vragen.

Wie deze drie vragen kan beantwoorden en weet hoe je een kernboodschap moet opstellen (zie dit stukje tekst), schrijft moeiteloos een pakkende tekst.

Schrijven is eenvoudig

1. Wat wil je zeggen?

Wanneer ik mensen met een tekst help, is mijn eerste vraag: wat wil je zeggen? Het antwoord is het beginpunt van het schrijfproces. Mensen die het moeilijk vinden om te schrijven maken bij het formuleren van dit beginpunt de fout door het meteen perfect aan het papier te willen toevertrouwen. Dat is niet nodig. De perfectie komt aan het eind wanneer je jouw eigen eindredacteur bent. Mij helpt het om hardop uit te spreken wat ik met een tekst wil zeggen.

Als ghostwriter is het schrijven van berichten met een emotionele lading bijvoorbeeld een uitdaging. Het gaat er namelijk niet om wat de ghostwriter voelt, maar wat de persoon voor wie je schrijft voelt, denkt en daarvan bloot wil geven. Juist als ghostwriter (of schrijver namens een organisatie) is het essentieel die simpele ‘wat-vraag’ te beantwoorden.

Een van de teksten uit mijn loopbaan die veel impact maakte, schreef ik namens een collega die heel erg slecht nieuws had gekregen over zijn gezondheid. Hij wilde daar – hij was de baas – op intranet iets over vertellen, maar hij wilde beslist geen medelijden. Hij had nog een enorme vechtlust. ‘Ik ben nog springlevend’, zei hij. Die opmerking leidde uiteindelijk tot de kopregel: alive and kicking. Dat pakte precies de boodschap die hij wilde uitsturen. Daarnaast natuurlijk de zakelijke mededeling over tijdelijke afwezigheid en hoe die opgevangen werd.

Ondanks de droevige aanleiding vind ik het nog steeds een van de sterkste stukken tekst die ik voor iemand geschreven heb, omdat het namens de ander precies formuleerde wat die wilde zeggen. Het lukte door de ‘wat wil je zeggen vraag’. Schrijven is eenvoudig.

2. Voor wie schrijf je dit?

De tweede open deur die de tekstschrijver intrapt, is de vraag naar het publiek dat de tekst moet lezen. Ik heb al sinds mijn tijd bij Haarlems Dagblad personen in mijn hoofd voor wie ik schrijf. Bij de krant hadden we het altijd over Mien met de bloemetjesjurk. Daarmee werd de gemiddelde Haarlemse bedoeld. Wat wilde ze lezen? Wat vond ze belangrijk. Ik zie Mien nog steeds voor me.

In het schrijfproces praat ik tegen deze mensen. Het zijn de mensen die me motiveren om te schrijven en die schrijven leuk maken.  Neem dus iemand die je waardeert als maatman. Verder is het verstandig om je baas in je achterhoofd te houden. Bazen moeten niet geïrriteerd raken, of het gevoel hebben dat je hun politieke agenda schaadt met je stukje tekst. Schrijven is eenvoudig, maar als penvoerder kan het je ook je baan kosten.

Commerciële teksten beginnen en eindigen bij de klant. Wat wil die, wat leest die, waar klikt die op? Wie voor een organisatie werkt moet voor de verschillende afnemersgroepen het uitgewerkte propositiecanvas van Osterwalder op zijn netvlies gebrand hebben staan.

(Overigens schrijf ik ook altijd met iemand van wie ik houd in mijn achterhoofd. Dat is dan vaak mijn belangrijkste lezer. Werk is natuurlijk bijzaak. Geluk komt van andere mensen dan collega’s.)

3. Wat wil ik bereiken?

De laatste checkvraag voor een goede basis voor een tekst gaat over het effect. Wat moet de lezer met dit schrijfsel? Om te illustreren hoe het antwoord op deze vraag werkt, neem ik deze tekst – die jij nu leest – als voorbeeld.

Belangrijkste doel van deze tekst is bij jullie in beeld zijn. 75% van mijn opdrachten komt uit mijn eigen netwerk. Vandaar dat ik een nieuwsbrief begonnen ben. Veel mensen kennen mij als een goed schrijver; dus bevestig ik dat door deze tekst te schrijven en mijzelf in de rol van expert te plaatsen.

Daarnaast is het een uitnodiging tot contact – ik schrijf deze nieuwsbrief alsof ik tegen jou aanklets. Gezellig, ik kwam Karel nog tegen. Had een of ander vaag verhaal over hoe je teksten schrijft. 🙂

Ten slotte zit er een call to action in om Merkster.nl te bezoeken en te zien of je een training bij me wil doen, of dat ik een marketing- of communicatieteam kan helpen door sessies te faciliteren.

Schrijf je in! Marketing bootcamp: 27 en 28 augustus gaat door!

Hoe moeilijk kan het zijn?

Loop de volgende keer dat je een tekst schrijft door de bovenstaande drie vragen heen en stel eerst een kernboodschap op. Je zult zien dat de impact van je teksten omhooggaat. Schrijven is eenvoudig. Je moet alleen even weten hoe.

Neem gerust contact met me op. Ook als je een keer wilt bijkletsen.